Een haarscherpe druk
Inktpatronen – ook bekend als inktcartridges,
printcartridges of gewoonweg cartridges – gebruikt u hoofdzakelijk voor inkjetprinters en andere apparaten
die gebruik maken van de inkjet-techniek. Een inkjetprinter plaatst heel kleine
inktdruppels, door middel van druk en een fijne sproeikop, op de gewenste plek
op het papier. Met dezelfde techniek werken ook veel all-in-one printer. De voor het
drukprocess benodigde inkt zit in een klein reservoir – de inktcartridge.
Drukken in kleur
Om in kleur te kunnen printen, heeft u de volgende
kleuren nodig: cyaan, magenta en geel. Door het combineren van deze drie
primaire kleuren zijn bijna alle kleuren en theoretisch ook zwart te
verkrijgen. Desondanks hebben de meeste printers een extra
cartridge met zwarte inkt, om een intens zwarte kleur te kunnen printen, maar
ook om de andere drie kleuren te besparen. Bij sommige printers kunt u naast
deze vier standaard cartridges nog andere kleuren toevoegen. Hierdoor is,
vooral bij het afdrukken van foto’s, een hogere kwaliteit mogelijk. Overigens
kunt u voor het afdrukken van foto’s het beste speciaal fotopapier gebruiken in
plaats van normaal printpapier.
De juiste inktpatronen
De meeste
fabrikanten zijn niet alleen geïnteresseerd in het verkopen van alleen de
apparaten, maar ook de passende toebehoren. Dat betekent dat u geen universele
cartridges kunt kopen die in iedere printer te gebruiken zijn. Daarom heeft u
de juiste inktpatronen voor uw apparaat nodig. Er zijn echter een aantal fabrikanten
die goedkopere namaakcartridges maken. Deze kunnen dan gebruikt worden in
printers van een ander merk. U kunt ook gebruik maken van een refill kit voor het navullen
van uw oude inktpatronen.
Het gebruiken van een inkjetprinter
Het grootste voordeel van een inkjetprinter is de
eenvoudige bouw. Hierdoor zijn reparaties en onderdelen relatief goedkoop. Hiertegenover
staat echter dat de gebruikskosten van cartridges op de lange termijn minder
voordelig zijn vergeleken met het
gebruik van een toner in een laserprinter. Wanneer u een
inkjetprinter langere tijd niet gebruikt, bestaat het gevaar dat de
sproeikoppen van de cartridges verstopt raken door het uitdrogen van resten
inkt. U kunt dit voorkomen door de printer uit te schakelen wanneer u hem
niet gebruikt. Op deze manier zet de printer de printerkop in een positie
waar de inkt zo min mogelijk kan uitdrogen.